De val van het expansiemodel
Het ‘empire-model’ van grote galeries – gekenmerkt door wereldwijde vestigingen, deelname aan tientallen kunstbeurzen en het najagen van high-net-worth collectors – lijkt zijn houdbaarheidsdatum te hebben bereikt. Gerenommeerde spelers zoals Blum & Poe trekken zich deels terug van de internationale markt (Financial Times, 2024), en spreken openlijk over structurele uitputting in het systeem.
“Burnout on every level”
Tim Blum, co-founder Blum & Poe
De opkomst van de relationele benadering
In plaats van schaal, kiezen een groeiende groep galeriehouders voor intentionele beperking. Ze investeren niet in meer vierkante meters, maar in langetermijnrelaties met kunstenaars, lokale gemeenschappen en een nieuw soort verzamelaar die waarde hecht aan inhoud boven imago.
Verschuiving in galerie strategieën
Traditioneel | Opkomend |
Schaalvergroting | Kleinschaligheid |
Internationale zichtbaarheid | Lokale betrokkenheid |
Beursdeelname | Alternatieve presentatie |
Prestige | Relaties & inhoud |
Snelle groei | Duurzaamheid |
Europese voorbeelden van deze koerswijziging
- Fons Welters (Amsterdam) – Houdt het bewust klein en begeleidt jong talent sinds de jaren ’90.
- Soft Opening (Londen) – Begonnen in een metro-ingang; inhoud boven schaal.
- LambdaLambdaLambda (Pristina/Brussel) – Werkt aan culturele verbinding, niet aan expansie
- Arcade (London)– Groeit via verdieping, niet door meerdere filialen.
- Laveronica (Sicilië) – Combineert kunst met activisme en lokale verankering.
- Schiefe Zähne (Berlijn) – Functioneert als platform voor experiment in plaats van verkoop.
- Trans Europe Halles is een pan-Europees netwerk van grassroots culturele centra, gedreven door onafhankelijke, gemeenschapsgestuurde projecten en actief in meer dan 40 landen
Daarnaast bestaan binnen het kader van Creative Europe diverse platforms voor de promotie van opkomende kunstenaars en kleine kunstinitiatieven binnen Europa, die werken op basis van samenwerking, inclusie en gedeelde infrastructuur, zonder hiërarchische schaaluitbreiding
Parallelle verschuivingen in andere sectoren
Dezelfde strategische kanteling zien we ook elders:
Mode
Het Franse sneakermerk Veja bouwt niet op volume of marketing, maar kiest voor absolute transparantie, ethische productie én langdurige samenwerkingen met leveranciers. Ze betrekken organisch katoen uit Brazilië en Peru, Amazon rubber en zelfs gerecycled plastic, rechtstreeks van boeren en coöperaties. Ze betalen eerlijke prijzen die ver boven de markt liggen, stellen leveranciers op de eerste plaats en monitoren scope‑3 emissies heel nauwgezet . Daarnaast leidt Veja innovatieve projecten, zoals recycling van PET‑flessen tot materiaal en een reparatieservice in steden als Bordeaux, Berlijn en New York—volledig in lijn met hun duurzaamheidsvisie
Koffie
In plaats van wereldwijd gestandaardiseerde cafés, kiezen jonge koffiemerken zoals Stooker Coffee of Bonanza Coffee voor hyperlokale beleving, storytelling en ambacht. Ze richten zich op trouwe communities en kwaliteit, zoals veel nieuwe galeries doen.
Calm tech
Start-ups zoals Notion of Obsidian onderscheiden zich door tools te bouwen die niet verslavend zijn, maar rust en focus brengen. Deze platforms stellen gebruikservaring boven dataverzameling of groei om de groei — vergelijkbaar met galeries die de “kwaliteit van aandacht” vooropstellen.
Design
Wat design betreft kiest Aesop, het Australische verzorgingsmerk, bewust voor een mondiale groei die zich wél vertaalt naar hyperlokale winkelontwerpen. Iedere winkel is uniek en ontworpen volgens de architectuur, materialen en cultuur van de locatie: denk aan lokale steen of hout in Hangzhou, Victoriaanse details in Toronto, Oaxaca-tegels in Brooklyn of art déco referenties in New York’s Wall StreetHet Australische zeep- en verzorgingsmerk Aesop combineert internationale expansie met hyperlokale winkelontwerpen. Elke winkel is uniek en ontworpen in dialoog met de lokale architectuur en cultuur, wat perfect aansluit bij het ecosysteemmodel van de kunstwereld: schaalbare aanwezigheid zonder standaardisatie, met aandacht voor plaats, context en beleving
Van imperiumlogica naar ecosysteemdenken
De huidige galerietransformatie is geen krimp, maar een herpositionering. In plaats van te opereren als schaalbare ondernemingen, positioneren galeries zich nu als culturele ankerpunten: lokaal geworteld, relationeel ingesteld en gericht op duurzaamheid.
Ecosysteemmodel | Imperium-model |
Kleinschalige galerie | Internationaal netwerk |
Duurzame kunstenaarsrelaties | Snelle rotatie van kunstenaars |
Lokale gemeenschappen | Globale VIP-netwerken |
Culturele/maatschappelijke impact | Commerciële focus |
Beperkte zichtbaarheid | Maximale zichtbaarheid |
Hoe COVID-19 deze shift versnelde
COVID-19 heeft als katalysator gewerkt voor deze veranderingen. Tijdens lockdowns vielen internationale beurzen weg, reizen stopte en het snelle ritme van de kunstwereld kwam tot stilstand. Veel galeries moesten heroverwegen wat essentieel is:
- Digitale transitie maakte lokale aanwezigheid weer belangrijker.
- Kostbare beurzen werden tijdelijk onhaalbaar en daarna minder vanzelfsprekend.
- Kunstenaars en galeriehouders ervoeren burn-out en kozen voor een menselijker tempo.
- Verzamelaars richtten zich op nabijheid: minder jets, meer gesprekken.
Volgens het Art Basel & UBS Art Market Report (2023) daalde de deelname van middelgrote galeries aan internationale beurzen met 43% tussen 2019 en 2022, terwijl lokale verkoop en samenwerkingen toenamen. COVID dwong de sector om traagheid en nabijheid niet als zwakte, maar als strategie te omarmen.
Conclusie
De kunstwereld beweegt van een imperiumlogica naar een relationele praktijk. Net als in mode, voeding, design en technologie zien we een terugkeer naar echtheid, context en verbondenheid. Voor marketeers, investeerders en creatieven in deze sector betekent dit: herijken van KPI’s, bouwen aan duurzame netwerken, en investeren in de kwaliteit van aandacht. In een post-hiërarchische markt is nabijheid misschien wel de sterkste strategie.